Als het mooi en warm weer is gaat hier de tuindeur meteen open. De katten vinden het heerlijk om in de lente en zomermaanden iedere dag een paar uurtjes buiten te zijn en dankzij het kattendraad bovenop de schutting kunnen ze niet voor overlast bij de buren zorgen en de buurkatten natuurlijk ook niet bij ons.
Mijn katten vallen in de categorie “binnenkatten”, d.w.z. katten die netjes naar binnenkomen om hun behoeften te doen op de kattenbak en hun neus optrekken voor alles wat geen kant-en-klaar voer is. Maar hier en daar steekt soms toch het instinct de kop op en dus vind ik regelmatig vlinders, libelles, motten en andere insecten op de mat bij de voordeur waar al hun kattenspeeltjes zich bevinden. Want ze spelen er vooral mee, maar opeten ho maar! Ik probeer nog wel eens een halfslachtige poging te doen om zo’n zielig insect te redden als ik zie wat er gebeurd maar tegen de tijd dat ik de betreffende kat gevangen heb heeft zo’n teer ding natuurlijk allang het loodje gelegd.
Maar vorige week kwam de tuintijger hierboven tot mijn horror ineens binnen met iets wat enorm veel geluid maakte. Het piepte en krijste in doodsangst waardoor al mijn nekharen omhoog schoten en ik à la minute achter de dader aanvloog. Onder de krabpaal kreeg ik ‘m te pakken en terwijl ik probeerde het slachtoffer te bevrijden stopte abrupt het gekrijs.
Helaas kwam mijn reddingsactie voor deze jonge koolmees te laat. 😢
C’est la vie…ik weet het. Instinct…I know. Maar leuk hoef ik het niet te vinden. De moordenaar echter was duidelijk apetrots op zichzelf 😒
Een paar dagen later tijdens het onkruid wieden tussen de tegels kwam ik dit ogenschijnlijk prehistorisch exemplaar tegen. 😲
Navraag op instagram leert mij dat dit visje waarschijnlijk een corydoras soort is. De meerval of in het Engels: Catfish. Maar hoe dit beestje vanuit zijn aquarium in mijn tuin is gekomen is vooralsnog een raadsel. Ik hoop wel dat het nu gedaan is met de lijken in mijn tuin 😆